Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden

 

Artikel 130 Overgangsrecht register, aanvragen, bezwaarschriften en beroepen
1
Het college draagt zorg voor de vermelding in het register, bedoeld in artikel 42, tweede lid, van gewasbeschermingsmiddelen en biociden die op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 zijn toegelaten of geregistreerd of waarvoor op dat tijdstip een vrijstelling, ontheffing of uitzondering op grond van die wet van kracht is.
2
De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen aanhangige aanvragen, verzoeken en bezwaarschriften zijn met ingang van dat tijdstip van rechtswege aanhangig bij het college in de staat, waarin zij zich op dat moment bevinden.
3
De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangige aanvragen tot toelating of registratie ingevolge artikel 4 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 worden met ingang van dat tijdstip overeenkomstig de hoofdstukken 4 en 9 dan wel, ingeval het biociden betreft, overeenkomstig de hoofdstukken 5 en 9 van deze wet behandeld.
4
De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangige verzoeken tot vrijstelling of ontheffing ingevolge artikel 16a van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, worden met ingang van dat tijdstip overeenkomstig artikel 38 dan wel, ingeval het een biocide betreft, overeenkomstig artikel 65, van deze wet behandeld.
5
De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangige verzoeken tot vrijstelling of ontheffing ingevolge artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, zijn met ingang van dat tijdstip van rechtswege aanhangig bij het college en worden vanaf dat moment overeenkomstig artikel 123 van deze wet behandeld.
6
De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangige verzoeken tot toelating of registratie ingevolge artikel 9 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 worden met ingang van dat tijdstip overeenkomstig artikel 35, dan wel, ingeval het een biocide betreft, overeenkomstig artikel 55, van deze wet behandeld.
7
De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij het college of Onze Minister aanhangige bezwaarschriften worden behandeld en beslist overeenkomstig de bepalingen van deze wet.
8
De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ingevolge artikel 8 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven aanhangige zaken worden behandeld en beslist overeenkomstig de bepalingen van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •